De Mensenzoon. De oorsprong van deze messiaanse titel belicht vanuit Ezechiël en Daniël
Door Johan Lust in EZRA Bijbels tijdschrift 44: december 2019
Geselecteerde fragmenten
In het Nieuwe Testament krijgt Jezus allerlei verheven titels toebedeeld. Hij is de Messias of de Christus, de Zoon van God, de Heer, de Zoon van David. Maar Jezus past die titels nooit op zichzelf toe. Andere personages in de evangelies en de evangelisten zelf gebruiken die titels wel als ze het over hem hebben of hem aanspreken. Maar zelf noemt Jezus zich ‘de Mensenzoon’. Meer dan 80 maal doet hij dat, waardoor deze titel de meest gebruikte typering blijkt te zijn van Jezus in de evangelies. Het contrast tussen zijn eigen woordgebruik en dat van zijn publiek komt naar voren in zijn confrontatie met het Sanhedrin, beschreven in het lijdensverhaal. Op de vraag: ‘Bent u de Christus, de Zoon van God?’ antwoordt hij daar: ‘U zegt het, maar ik zeg u: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien komen op de hemelwolken’ (Mt 26,63-64).
[..]
De profeet Daniël, en veel meer nog Ezechiël, gebruiken de uitdrukking ‘mensenzoon’ talloze keren. Daarbij valt evenwel op dat ze het nooit hebben over ‘de Mensenzoon’. Het bepalend lidwoord staat er nooit bij. Ezechiël zelf wordt door de HEER voortdurend aangesproken als ‘mensenzoon’ (meer dan 90 maal). In dit woordgebruik betekent ‘mensenzoon’ letterlijk ‘zoon van een mens’ of ‘zoon van Adam’, en is het helemaal geen titel. Het betekent gewoon ‘mens’ of ‘mensenkind’, zoals ‘zoon van Israël’ Israëliet betekent en ‘zoon van Sem’ Semiet. Dat is eigen aan het Semitische taalgebruik. Als de eigennaam geen individuele persoon beduidt, maar wel een volk of een andere collectiviteit, engelen of goden bijvoorbeeld, verwijst ‘zoon van’ naar een lid van die collectiviteit: een mens, een engel, een god. Dit kan bij ons enigszins vergeleken worden met de uitdrukking ‘boerenzoon’, die ‘boer’ betekent. Een verschil is wel dat ‘boer’ door de band geen eigennaam is, terwijl ‘Adam’ of ‘Sem’ dat wel zijn.
[..]
Jezus’ gebruik van de titel ‘de Mensenzoon’ blijft enigszins raadselachtig. Toch mogen we aannemen dat zijn woordkeuze geïnspireerd was door Daniëls visioen over een hemels gerechtshof waarin dieren koninkrijken voorstellen en ‘iemand als een mens’ of ‘iemand als een mensenzoon’ een hemels volk verbeeldt. Jezus nam dit taalgebruik over en paste de uitdrukking ‘mensenzoon’ toe op zichzelf. Daarbij had hij het niet alleen over zichzelf als individu maar ook als representant van het toekomstige godsvolk of ‘de heiligen van de Allerhoogste’. Waarschijnlijk wilde hij zich tijdens zijn aardse leven niet met allerlei hoogwaardigheidstitels laten bekleden maar verkoos hij zichzelf voor te stellen als ‘een mens’, als iemand zoals wij. Later beklemtoonden zijn volgelingen de meer verheven natuur van Jezus: Hij was niet alleen gewoon ‘mens’, maar ook ‘de Messias’, ‘zoon van David’, ‘Zoon van God’.
Dit nummer van Ezra – Bijbels tijdschrift is nog steeds verkrijgbaar. Losse nummers zijn bestelbaar voor 7 euro, incl. verzendingskosten, door overschrijving op rekeningnummer BE98 1237 7805 2493 ter attentie van de Vlaamse Bijbelstichting, met vermelding van ‘Ezra44’.
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.