Een veelzijdig gedicht als slotakkoord. De finale van het boek Prediker
Door Hans Debel in EZRA Bijbels tijdschrift 37: maart 2018
Geselecteerde fragmenten
De in 2014 gepubliceerde Bijbel in Gewone Taal prijst zichzelf aan als een consequente keuze voor eenvoudige taal en een duidelijke tekst (vgl. Ezra nr. 25, maart 2015, 1-9). Dat houdt onder meer in dat beeldspraak die volgens de vertalers niet langer te begrijpen valt, vervangen wordt door datgene waarnaar zij (vermoedelijk!) verwijst. Dit uitgangspunt heeft verregaande gevolgen voor de weergave van bepaalde teksten. Zo valt het zogeheten ‘slotgedicht’ van het boek Prediker (Pr 12,1-7) nauwelijks nog te herkennen in de Bijbel in Gewone Taal. Terwijl in de Hebreeuwse tekst en in de meeste vertalingen onder meer sprake is van bevende wachters, werkloze maalsters en gesloten deuren, zet de Bijbel in Gewone Taal aan het einde van Prediker een resem van ouderdomskwalen op een rij: trillende handen, kromme benen, uitvallende tanden, ogen die niet meer zien en oren die niet meer horen. In een vooraf gepubliceerd artikel licht de vertaler toe dat aldus ‘een prachtige allegorie over het ouder en zwakker worden van de mens voor veel lezers begrijpelijk en toegankelijk wordt’. De lezing van het slotgedicht als een ‘allegorie van het ouder worden’ vormt echter slechts één van de uiteenlopende interpretaties die door de eeuwen heen zijn voorgesteld voor deze tekst, die overigens een pareltje van de Hebreeuwse poëzie is. Om het gedicht ten volle naar waarde te schatten, is het bovendien nodig om het te lezen binnen de ruimere context van het betoog van Qohelet, de veronderstelde auteur van het boek Prediker, dat in de laatste hoofdstukken van het boek naar een hoogtepunt wordt gevoerd.
[..]
In principe valt niet uit te sluiten dat zich in het kopieerproces van eeuwen, waarbij de tekst telkens met de hand moest worden overgeschreven, inderdaad een dergelijke vergissing heeft voorgedaan. Vooral de samenstelling ‘je put’ lijkt in dit opzicht een aantrekkelijk alternatief, omdat zij in het Hebreeuws op haast identieke wijze wordt uitgesproken als ‘je schepper’. De feitelijke tekstgetuigen van het boek Prediker bieden echter geen enkele basis voor een wijziging van de tekst. Alle oude vertalingen, waaronder de Griekse Septuaginta en de Latijnse Vulgaat, zien in dit vers een verwijzing naar de schepper. Dat hoeft ook niet te verbazen, aangezien in de geschreven tekst de stam bara’, ondanks de uitzonderlijke schrijfwijze van de samenstelling als geheel, onmiddellijk te herkennen valt. In de tijd waarin de tekst ontstond, bereikten teksten hun ‘lezers’ echter eerder via de oren dan via de ogen: slechts een klein gedeelte van de bevolking was werkelijk geletterd, en geschreven teksten maakten deel uit van een overleveringsproces waarin ook mondelinge recitatie nog steeds een belangrijke rol speelde. Wanneer nu de aanhef van het eigenlijke ‘slotgedicht’ bekeken wordt als een tekst die zowel voor de ogen als voor de oren was bestemd, blijkt onmiddellijk de dubbelzinnigheid ervan: wie de tekst geschreven onder ogen kreeg, herkende er meteen ‘je schepper’ in, maar wie hem voorgelezen kreeg, dacht bij het horen wellicht eerder aan ‘je put’ (bōrecha) dan aan ‘je schepper’ (bōr’echa). Dat maakt dit vers tot een prachtig voorbeeld van een Hebreeuws woordspel.
[..]
Aldus onderneemt Qohelet aan het einde van zijn betoog in een grootse finale een ultieme poging om lezers ervan te overtuigen dat zij in hun leven maar beter de kansen kunnen grijpen wanneer die zich voordoen. Op het informatieve vlak voegt dit poëtische meesterwerk weinig nieuws toe, omdat Qohelet dit punt reeds meermaals heeft gemaakt in de voorafgaande hoofdstukken. Het slotgedicht onderscheidt zich vooral door de manier waarop Qohelet de lezer alsnog wil overtuigen van zijn levenswijsheid. Zijn beeldrijke taal in het slotgedicht staat open voor meerdere interpretaties.
Dit nummer van Ezra – Bijbels tijdschrift is nog steeds verkrijgbaar. Losse nummers zijn bestelbaar voor 6 euro, incl. verzendingskosten, door overschrijving op rekeningnummer BE98 1237 7805 2493 ter attentie van de Vlaamse Bijbelstichting, met vermelding van ‘Ezra37’.
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.