Het Johannesevangelie. Woorden om van te leven
Gilbert Van Belle (red.), Het Johannesevangelie. Woorden om van te leven, Leuven, VBS-Acco, 1995, 176 p., € 17,23 *uitverkocht*
Deze publicatie is helaas niet meer verkrijgbaar. Recentere publicaties kan u terugvinden elders op deze website.
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting genieten 15% korting.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.
Dit boek biedt een overzicht van de huidige stand van de Johannes-exegese en toont aan dat het vierde evangelie na 2000 jaar nog steeds actueel is: het bevat ‘woorden om van te leven’.
De bijdragen zijn gegroepeerd in vier delen. Eerst komt het ontstaan van het vierde evangelie aan bod: de voorgeschiedenis, de verhouding tot de synoptische evangeliën, het auteurschap en meer bepaald de functie van de beminde leerling. Vervolgens wordt de oudtestamentische achtergrond besproken: de citaten uit het Oude Testament en de betekenis van ‘de joden’ in het Johannesevangelie. In een derde deel leren we wat ‘geloven’ volgens Johannes betekent: zijn voorstelling van de ‘geloofskandidaten’ Nikodemus, de Samaritaanse vrouw, de Samaritanen en de koninklijke hofbeambte wordt nader toegelicht. Ten slotte volgen nog twee bijdragen over de christologie van het Johannesevangelie.
De bundel werd geschreven door bijbeldeskundigen uit Nederland en Vlaanderen: Reimund Bieringer, Tineke de Lange, Maarten Menken, Herman Servotte, Geert Van Oyen, Frans Van Segbroeck en Gilbert Van Belle, die tevens de redactie van het geheel verzorgde.
OVER DE REDACTEUR
Gilbert Van Belle is docent aan de faculteit Godgeleerdheid van de K.U.Leuven en verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarlijkse Elenchus Biographicus van Ephemerides Theologicae Lovaniensis.
FRAGMENT
In de christelijke traditie neemt het Johannesevangelie van oudsher een bijzondere plaats in. Rond het jaar 200 vermeldt Clemens van Alexandrië een overlevering over de opeenvolging van de evangeliën, die hij van de oude presbyters heeft ontvangen. Volgens deze overlevering heeft Johannes als laatste, in het besef dat het menselijke in Jezus reeds in de synoptische evangeliën was behandeld, op aandringen van zijn vrienden en verlicht door de Geest, een geestelijk (pneumatisch) evangelie geschreven.
Dat het Johannesevangelie “geestelijk” wordt genoemd heeft vooral te maken met de vele lange redes die er in voorkomen. Zij steken schril af tegen de verhaalstof. R.T. Fortna benadrukte dit in zijn studie van 1988. In het vierde evangelie – zo meent hij – bestaat er een spanning tussen verhaal en rede. Enerzijds vindt men er verhalen over de aardse Jezus: ze worden levendig en kort in de derde persoon verteld en vertonen veelal gelijkissen met de synoptische evangeliën. Bovendien zou de verhaalstof een primitieve christologie bevatten: Jezus wordt er voorgesteld als “wonderdoener” en manifesteert zich zo als een messias, in wie wij moeten geloven. Anderzijds hebben de redes van Jezus een van de synoptici afwijkende stijl: zij zijn in de eerste of tweede persoon weergegeven, lijken tijdloos, zijn zeer uitgesponnen, herhalend en plechtig. De redes bevatten ook een “hogere” christologie: Jezus wordt er voorgesteld als de gezonderen van de Vader, die de werken verricht die de Vader hem opdraagt. De werken van Jezus omvatten zijn daden én zijn woorden.