Synopsis van de eerste drie evangeliën

Adelbert Denaux en Marc Vervenne, Synopsis van de eerste drie evangeliën, Leuven: VBS; Turnhout: Brepols, 3de herziene druk, 2005, LXV + 332 + 12 p., € 39Adelbert Denaux en Marc Vervenne, Synopsis van de eerste drie evangeliën, Leuven: VBS; Turnhout: Brepols, 3de herziene druk, 2005, LXV + 332 + 12 p., € 39
 

Deze publicatie is helaas niet meer verkrijgbaar.
 
Voor alle nog verkrijgbare publicaties genieten leden van de Vlaamse Bijbelstichting 15% korting.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 
Dit werkinstrument voor de studie van de evangeliën verscheen voor het eerst in 1986 en is nog altijd uniek in het Nederlandse taalgebied. Een uitgebreide inleiding over het synoptische probleem gaat aan de evangelieteksten vooraf. Bij de derde herziene druk werd de gebruiksaanwijzing en een uitvoerige lijst met addenda en corrigenda opgenomen in een losse katern.
 
GESELECTEERDE FRAGMENTEN UIT DE INLEIDING

De eerste drie evangeliën (Matteüs, Marcus, Lucas) stemmen ondanks veele onderlinge afwijkingen opvallend met elkaar overeen. We vinden er overeenkomsten en verschillen in de behandelde stof, de volgorde van die stof en het vocabulaire. Daardoor komt het dat die teksten ter vergelijking in kolommen naast elkaar kunnen worden gezet. Overeenkomsten én verschillen vallen op die wijze nauwkeurig te constateren. We noemen zo’n parallel afgedrukt overzicht een synopsis. Een synopsis toont dus passages waarvan de eerste drie evangeliën erg goed op elkaar lijken (drievoudige traditie), andere stukken waar twee ervan nagenoeg gelijkluidend zijn (tweevoudige traditie), en tenslotte perikopen die slechts in één evangelie te vinden zijn (enkelvoudige traditie). Mt/Mc/Lc worden daarom de synoptici genoemd en hun evangeliën de synoptische evangeliën. In zo’n overzicht kan men ook het Johannesevangelie betrekken, hoewel dit geschrift zich sterk onderscheidt van de andeere drie evangeliën. Binnen de bestaande synopsissen wordt óf verwezen naar de johanneïsche parallellen, óf de tekst van Joh gedeeltelijk of in extenso afgedrukt.

Sinds het eind van de zestiger jaren is het aantal studenten aan instellingen voor theologische basisopleiding zowel in Vlaanderen als in Nederland sterk toegnomen. De idee om een nieuwe Nederlandse synopsis samen te stellen is geboren uit de ervaring dat verscheidene van deze studenten niet of nauwelijks meer vertrouwd zijn met het bijvelgrieks. Al is het leren werken met een Griekse synopsis onontbeerlijk voor wie de synoptische evangeliën wil bestuderen, toch lijkt het aangewezen diegene tegemoet te komen die niet zeer bekend zijn met de taal van het Nieuw testament. Meteen is duidelijk dat pastores, predikanten, onderwijsmensen en allen die zich op een of andere wijze willen verdiepen in de evangeliën, voordeel hebben van zo’n werkinstrument.

Het is kenmerkend voor de eerste wetenschappelijke pogingen om de synoptische kwestie op te lossen, dat men onderscheid maakte tussen de historische en de literaire vraagstelling. Het spreekt vanzelf dat de vraag naar de historische Jezus, die sinds de Verlichting met betrekking tot de kerygmatische teksten van de evangeliën aan de orde gesteld was, de literaire aanpak van het synoptisch probleem in sterke mate beïnvloed heeft. De eerste kritische hypothesen gingen evenwel uit van de belangrijke methodische intuïtie, dat een verantwoorde oplossing voor deze vraag pas mogelijk was nadat de literaire relatie tussen de synoptische evangeliën onderling was nagegaan.

 

Reacties zijn afgesloten.