De Aramese woorden van Jezus in het Marcusevangelie
Door Jean Bastiaens in EZRA Bijbels tijdschrift 37: maart 2018
Geselecteerde fragmenten
Jezus sprak West-Aramees, de taal die na de Babylonische ballingschap het Hebreeuws gaandeweg als omgangstaal verdrongen heeft. Hebreeuws werd de taal van de synagoge. Aramees was de taal van de straat. Jezus en zijn leerlingen spraken met Galilese tongval (Mt 26,73!), een van de vele Aramese dialecten.
[..]
We hebben dus geen Aramees evangelie. En toch zijn er nog enkele Aramese woorden in de evangelietraditie bewaard. Die woorden herinneren ons aan het feit dat Jezus geen Grieks, maar wel Aramees sprak, en dat hij behoorde tot het gewone landvolk van Galilea. Het is karakteristiek dat Jezus ‘de twaalf’ niet zocht in het Judese landgedeelte, maar in Galilea: het waren allemaal eenvoudige mensen, handwerklieden. Lucas laat het ons weten: ‘Toen de leden van het Sanhedrin zagen hoe vrijmoedig Petrus en Johannes optraden en begrepen dat het gewone, ongeletterde mensen (anthrôpoi agrammatoi) waren, stonden ze verbaasd, en ze realiseerden zich dat beiden in Jezus’ gezelschap hadden verkeerd’ (Hnd 4,13). De leerlingen leefden niet in een schriftelijke, maar in een mondelinge cultuur. Zij onderscheidden zich van de ‘schrift-geleerden’: die hebben gestudeerd, lezen en schrijven Hebreeuws en Aramees, en hebben dus toegang tot de letter van de bijbelse geschriften. Zij waren het die de eenvoudige mensen hielpen om belangrijke schriftpassages uit het hoofd te leren en die er uitleg bij gaven. Die uitleg was gebaseerd op de overlevering van de grote schriftgeleerden, zoals – in Jezus’ tijd – Hillel en Sjammai (farizese schriftgeleerden).
[..]
Het Marcusevangelie heeft vier zegswijzen in het Aramees behouden. Het zijn vier belangrijke handvatten om de kernopdracht van Jezus te verstaan:
- Hij is gekomen om mensen te doen opstaan, hen te bevrijden uit de eigen beslotenheid, uit de eigen onmacht, uit ziekte en mentale verlorenheid. Hij is gekomen voor vrouwen, voor mannen, voor kinderen. Er gaat een geweldige emanciperende kracht uit van het optreden van Jezus. Mensen die zich aan de rand van de samenleving bevinden, komen dankzij hem ‘in hun kracht’ te staan. Zowel de woorden talita koem! als effata! leggen getuigenis af van het feit dat men hier aan de kern van Jezus’ opdracht en zending staat.
- Jezus leefde vanuit een intense verbondenheid met God, die hij ‘mijn Vader’ noemde, in het Aramees Abba! Deze verbondenheid en de intensiteit van zijn gebedsleven vormen het geheim van zijn bestaan en van zijn vrijmoedig optreden.
- Jezus’ kracht en machtvol optreden zijn niet in tegenspraak met zijn kwetsbaarheid. Het kruis was voor Jezus geen spel, maar bittere ernst. Hij heeft de eenzaamheid en verlatenheid van zijn bestaan luid uitgeroepen, in het gebed van Psalm 22 (Eloï Eloï…). Hij ging door het lijden heen – niet er omheen – en vond zo de weg naar de Vader die hem zou doen opstaan uit deze onmacht, door de macht van de dood te breken. Jezus werd zo ‘de eerstgeborene van de doden’, hij heeft voor ons de weg vrijgemaakt.
Dit nummer van Ezra – Bijbels tijdschrift is nog steeds verkrijgbaar. Losse nummers zijn bestelbaar voor 6 euro, incl. verzendingskosten, door overschrijving op rekeningnummer BE98 1237 7805 2493 ter attentie van de Vlaamse Bijbelstichting, met vermelding van ‘Ezra37’.
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.